IFS food versie 7 – Wat u moet weten over de wijzigingen

05 nov IFS food versie 7 – Wat u moet weten over de wijzigingen

Het heeft even geduurd, maar IFS heeft op 6 oktober 2020 de IFS Food versie 7 gepubliceerd.
In dit document, opgesteld door Martijn Pulles, senior adviseur en operationeel directeur bij Kleemans, geven we een inzicht in de veranderingen ten opzicht van de vorige versie, versie 6.1.

Planning
Vanaf 1 maart 2021 kan ge-audit worden volgens de nieuwe norm. Vanaf 1 juli 2021 is dit verplicht.

In het algemeen
De norm is wat “afgeslankt” en er is wat verduidelijking aangebracht in woordkeuzes en beschrijvingen, maar dat heeft geen inhoudelijke wijzigingen tot gevolg.
Wat we al van IFS gewend waren hebben ze ook in deze nieuwe versie nadrukkelijk herhaald, namelijk dat keuzes die gemaakt worden veelal gebaseerd moeten zijn op risico-analyses. Dat maakt deze norm minder rigide dan bijv. BRC en geeft ruimte aan organisaties om door middel van goede onderbouwing bepaalde maatregelen praktischer in te vullen.
Uitbesteding van productieprocessen was altijd al van belang om dat goed te borgen, maar hier wordt nu vanuit IFS nog diepgaander naar gekeken. Er zijn een aantal specifieke normeisen over opgenomen. Een van die eisen is dat indien er geen GFSI-erkend certificaat is, dat er dan leveranciersaudits dienen plaats te vinden door een gekwalificeerde auditor. Transport en opslag worden hierbij niet als uitbesteding gezien.
Indien u niet leveranciers hebt waar u processen aan uitbesteed kunt u ook leveranciersaudits door Kleemans laten uitvoeren. Wij hebben hier ruime ervaring mee.
Er is een verplichte onaangekondigde audit als onderdeel van een 3 jarige certificeringsperiode opgenomen. Dit vraagt om een goede jaarplanning en goede beschikbaarheid van data. Een degelijk digitaal managementsysteem kan hierbij een uitkomst zijn.

 

Belangrijkste verschillen per hoofdstuk

Hoofdstuk 1: Bestuur en betrokkenheid
Voornaamste toevoeging is de benoeming van de voedselveiligheidscultuur als onderdeel van het beleid van de organisatie.
Daarnaast komt er meer nadruk te liggen op managementbetrokkenheid. Hier ligt dan ook de link met voedselveiligheidscultuur. Dit kan opgenomen worden in een cultuurplan met meetpunten op gebied van gedrag, kennisniveau en naleving van afspraken. Dat wordt dan periodiek, maar tenminste jaarlijks geëvalueerd en eventueel bijgesteld. In de management review dient hier ook specifiek aandacht voor te zijn.
Het management review dient ook meer inhoudelijk te worden en duidelijker te beschreven welke acties er genomen worden en wat daar het doel van is. Dit sluit goed aan bij de BBO-methodiek van Kleemans waarin werken vanuit de bedoeling centraal staat. Het integreren van de werkwijze die ISO22000:2018 hanteert vanuit de Higher Level Structure met betrekking tot contextanalyse en interen en externe issues kan hier ook interessant zijn.

Hoofdstuk 2: Management van kwaliteit en voedselveiligheid
Documentatiemanagement en beheer van klanteisen wordt belangrijker. Een goed systeem voor het beheer van documenten (waaronder bescherming van documenten middels wachtwoorden) wordt dus nog relevanter. Digitale oplossingen bieden hier goede mogelijkheden voor.
Kleemans heeft een digitale kwaliteitsmanagementtool ontwikkeld (Pro-aQt) die goed documentbeheer, maar ook beheer van bijbehorende registraties en acties mogelijk maakt. Ook in het kader van beschikbaarheid van documenten en registraties is een dergelijke tool erg bruikbaar.
Inhoudelijk op gebied van het HACCP-systeem veranderd er niet veel. Radiologische gevaren moeten wel ook specifiek meegenomen worden.
Informatie op flowcharts dient uitgebreid te worden. Naast specifieke vermelding van CCP’s dienen ook de andere controlemaatregelen benoemd te worden.
Training van medewerkers beperkt zich niet meer enkel tot CCP’s. Training op alle controlemaatregelen dient plaats te vinden. Ook in hoofdstuk 3 wordt op gebied van training een aantal specifieke thema’s genoemd waar aandacht voor nodig is (o.a. fooddefense, foodfraude, foodsafety en wettelijke eisen).
Kleemans heeft een tool in gebruik waarbij bedrijven in een eigen klantomgeving zelf e-learnings kunnen ontwikkelen en gebruik maken van reeds ontwikkelde e-learnings. Hier kunnen alle controlemaatregelen en verplichte trainingsonderwerpen dus ook in verwerkt worden en wordt training any place any time mogelijk en goed aantoonbaar.

Hoofdstuk 3: Management van middelen
Er zijn wat nadrukkelijkere eisen opgenomen ten aanzien van persoonhygiëne. O.a. op gebied van dragen bedrijfskleding bij pauzes en in personeelsruimten. Daarnaast zijn er aanvullende eisen op gebied van het wassen van kleding.
Zoals reeds aangegeven bij de beschrijving onder hoofdstuk 2 wordt er meer specifieke aandacht gevraagd voor training op gebied van een aantal specifieke thema’s:
• food safety
• food fraud
• product quality
• food defence
• food related legal requirements
• product / process modifications
• feedback from the previous documented training / instruction programs.

Hoofdstuk 4: Operationele processen
Bedrijven moeten aantoonbaar maken dat voldaan is aan specifieke klanteisen. Hierbij is specifiek aandacht voor specificaties en formules/recepten. Hier dienen duidelijke procedures voor vastgesteld te zijn.
Daarnaast wordt de beheersing van uitbesteding van processen nadrukkelijker benoemd. Zoals ook reeds aangegeven bij de inleiding van dit document. Beheersing dient goed aantoonbaar te zijn. Ook dient er aandacht voor leveranciersaudits te zijn.
Indien u niet leveranciers hebt waar u processen aan uitbesteed kunt u ook leveranciersaudits door Kleemans laten uitvoeren. Wij hebben hier ruime ervaring mee.
Er dient meer aandacht te zijn voor beheersing van productvreemde delen en voorkomen van verontreiniging. Hier dienen specifieke procedures voor aanwezig te zijn. Indien beheersing door middel van visuele inspectie plaats vind dienen de betreffende verantwoordelijke medewerkers daartoe getraind te worden.
Voedselfraude heeft meer aandacht. Dit is net als bij BRC niet meer een jaarlijkse evaluatie van de risico-analyse, maar ook in geval van issues bij het bedrijf en in de markt.
Onderhoudsplannen dienen duidelijker gespecificeerd en inhoudelijker te worden.
Allergenenbeheer dient gebaseerd te worden op risico-analyse en beheersmaatregelen dienen geverifieerd te worden.

Hoofdstuk 5: Meten, analyseren, verbeteren
Bij interne audits dienen tevens externe opslaglocaties meegenomen te worden, indien van toepassing.
Bij de fabrieksinspecties dient nadrukkelijk aandacht te zijn voor de uitvoering van productcontroles tijdens productie.
Monsternameplannen dienen vastgesteld te worden op basis van een duidelijke risico-analyse.
Aanwezigheid en actualiteit van een up-to-date contactenlijst van contactpersonen bij instanties, klanten en leveranciers dient bij de recalltest aantoonbaar getoetst te worden.

Hoofdstuk 6: Food defense
Er dient een volledig fooddefenseplan te zijn. Niet enkel meer een evaluatie. Dit plan dient ook jaarlijks getoetst te worden.



Benieuwd hoe Kleemans Organisatieadvies u kan helpen?